Keepers opleiden in Nederland

Allereerst de vraag: is er een keepersprobleem in Nederland? Antwoord: ja. Op het hoogste niveau zijn slechts een paar Nederlandse keepers actief. Het is nog niet zo erg als in de Premier League, maar de tijden dat eerst naar Nederland werd gekeken voor een goede keeper liggen al ver achter ons. Voor het Nederlands elftal is het niet eenvoudig om drie namen te noemen waarvan iedereen overtuigd is. Een paar simpele oorzaken liggen daaraan ten grondslag.

De rol van de keeper is veranderd en de trainingsvormen hobbelen hier achteraan. Door de tactische veranderingen in het voetbal functioneert de keeper steeds meer als een libero. De keeper wordt geacht het spel te kunnen voortzetten, verleggen of zelfs te kunnen openen. Sommige trainers vinden dit zo belangrijk in het systeem dat het ordinaire ballenvangen wordt onderschat. Daarom wordt er vaak gekozen voor lekker voetballende, maar iets minder keepende keepers.

Daarnaast is het opleiden van keepers is relatief duur. In de jeugdopleiding heeft een team al snel 18-20 veldspelers. Tijdens een training zijn daar een hoofdtrainer en 1 a 2 assistent-trainers bij betrokken om deze training inhoud te geven. Dat betekent 1 trainer per 6 a 7 spelers. Er zijn echter maar 2 keepers binnen dezelfde leeftijdscategorie. Als je deze 2 keepers laat begeleiden door een keeperstrainer dan is dat prijzig per keeper. Daarom wordt er vaak voor gekozen om meerdere leeftijden bij elkaar te zetten waardoor de kwaliteit vermindert. Immers het is goed om met oudere keepers te trainen, maar minder goed om met jongere keepers samen te trainen. Helaas zie je daardoor vaak dat een betaald voetbalorganisatie net onder de top er al voor kiest om een buitenlandse keeper aan te trekken of een keeper uit de jeugdopleiding van een van de topclubs, waardoor de noodzaak in investering in de eigen opleiding afneemt.

Ook wordt er weinig videoanalyse gebruikt voor jeugdkeepers specifiek. Door de camera op de keeper te zetten en wellicht vanuit zijn perspectief te filmen kun je veel keuzes inzichtelijk maken. Zo kan de keeper snel inzicht krijgen in zijn spelhervattingen en zijn positie in de goal.

Maar de belangrijkste is nog wel het onderkennen dat keepen echt voor een groot deel een andere sport is. Bij heel veel clubs gaat de keeper gewoon mee in het sportieve regime en wordt aan dezelfde fysieke testen onderworpen als de spelers. Een keeper is geen voetballer. Het is een multi-atleet die ook nog eens moet kunnen voetballen. Een topkeeper heeft het evenwicht van een turner, de sprongkracht van een basketballer, de timing van een volleyballer en de reflex van een handbalkeeper. Een goede keeper zou eigenlijk van jongs af aan moeten worden getraind in juist deze onderdelen en met deze specialisten aan de slag moeten. En daarnaast uiteraard gewoon lekker ballenvangen in het veld en zo nu en dan een assist vanuit de achterhoede!